Kunstige cakejes
‘Oma bakte altijd kunstige cakejes’, vertelt een van de kleindochters. Mini cupcakejes die ze op haar eigen manier versierde met crème in allerlei smaken. Er bovenop gingen nog chocolaatjes, walnoten of aardbeitjes. ‘Heel mooi om te zien. En lekker….’
De kleindochter zoekt een foto op haar telefoon. De cakejes zien er inderdaad kunstig uit.
Ze moet even slikken, want oma is er niet meer. Ik zit met de familie om de tafel om haar uitvaart te bespreken.
‘Is het geen idee om na afloop iedereen te trakteren op zo’n cakeje?’, opper ik. ‘En uh… zouden jullie die zelf niet kunnen bakken?’
De kleindochter is meteen enthousiast, haar zus en haar nichtjes ook. Direct worden er plannen gesmeed en afspraken gemaakt. Op de dag voor de uitvaart samen boodschappen doen en daarna samen bakken en versieren.
Ik zie gezichten stralen. Ze hebben er zin in.
Bij een uitvaart hoort ‘iets te eten’. ‘Je stuurt al die mensen nou eenmaal niet met een lege maag weer naar huis’. Zeker in Brabant niet. Vroeger werd een uitvaart steevast afgesloten met een koffietafel, vaak verzorgd door de buurt. Tegenwoordig noemen ze het samenzijn na de dienst nog steeds vaak ‘koffietafel’, maar het gebeurt nog maar zelden dat er, zoals vroeger, soep, belegde broodjes en soms zelfs nog verse worst of kroketten worden geserveerd. De meeste families houden het op belegde broodjes met krentenbollen. Als het tijdstip ernaar is. Eindigt een uitvaart al om half elf of vroeg in de middag, dan blijft het simpeler: een bonbon, cake of een combinatie van cake en luxe koeken. Laat in de middag maken thee en koffie plaats voor een biertje en een wijntje en de cake en de koeken voor worstenbroodjes, wraps of bitterballen.
Cake? Ja, wordt nog steeds vaak gekozen. Er zijn mensen die er hun neus voor ophalen. Ze vinden het te doorsnee, te veel synoniem met crematies en begrafenissen. Maar het is door de vele koolhydraten ideaal troosteten, de meeste mensen vinden het lekker én het is betaalbaar. Niet onbelangrijk in die toch al dure dagen.
Maar je kunt ook kiezen voor iets waar de overledene dol op was, waar hij/zij bekend om stond. Ik heb de voorbije jaren al van alles mogen bestellen bij de locaties waar de ‘koffietafels’ werden gehouden. Slagroombollen voor Cor, mergpijpjes voor Mario, kokosmakronen voor Theo (in de hele Kempen was er geen kokosmakroon meer te verkrijgen), slagroomtaart voor Gerrie en roze koeken voor Wim.
Het lukt bijna altijd om die wensen te vervullen. Een enkele keer niet. Zo wilde een familie onlangs honderd bolussen, maar geen enkele bakker in de omgeving van het crematorium kon die op zaterdagochtend leveren. Een medewerkster had er wel tien gebeld. Een Zeeuwse bakker was er wel toe bereid, maar door de extra reiskosten werd de prijs per stuk wel erg hoog.
Omdat de kleindochters zelf bakken blijven de kosten van de kunstige cakejes binnen de perken.
De dag voor de uitvaart wordt er in twee keukens ijverig gebakken. Ik krijg foto’s toegestuurd van ovens vol lekkers. De tieners hebben er zichtbaar plezier in. Ze vinden het fijn dat ze zo nog iets voor hun oma kunnen doen.
De volgende dag worden ze overladen met complimenten. Ik zie ze door hun tranen heen glunderen. ‘Wat zou oma dit leuk hebben gevonden’, weten ze zeker.
Hun moeders knikken instemmend.
Leuk om te weten: in het uitvaartmuseum Tot Zover in Amsterdam draait tot begin februari de tentoonstelling ‘Een lekkere dood’ over wat we zoal aten en eten bij een uitvaart.
Comentários