Dapper
- susannegroeneveld
- Nov 13
- 3 min read
Vorig jaar, zo rond deze tijd, werd ik gebeld door Liz. Ze vroeg me of ik eens langs wilde komen om te praten over wat er allemaal moet, kan en mag rondom een uitvaart en wat het allemaal gaat kosten. Haar echtgenoot zou ook aanschuiven. Allebei waren ze de tachtig gepasseerd – ‘ja, en dan moet je over dit soort zaken gaan nadenken….’
Het was een prettig gesprek. Liz oogde als de meest vitale van de twee. Haar partner kon niet meer zonder rollator en was zijn spraak na een hersenbloeding verloren. Ik vermoedde dat ik vooral vanwege zijn gezondheidstoestand was uitgenodigd. Maar niets bleek minder waar. Twee weken later belde Liz me opnieuw en vertelde wat ze me eerder niet had toevertrouwd: de Ziekte van Alzheimer was bij haar vastgesteld en dat proces wilde ze niet afwachten. ‘Ik heb in mijn werk genoeg leed en ellende gezien’, verklaarde ze. ‘Dat wil ik mezelf én mijn omgeving niet aandoen.’
Ze had euthanasie geregeld en de datum lag al zo goed als vast: 25 januari. Er was nog één factor die tot uitstel zou kunnen leiden: de opvang van haar echtgenoot. Ze waren op zoek naar een zorgappartement en dat wilde niet echt vlotten.
Ik ging opnieuw naar haar toe om haar wensen vast te leggen. Samen keken we naar de vijver in haar tuin, de vogeltjes die afkwamen op de zaadjes die ze had rondgestrooid en naar de beelden, die ze ooit zelf had gemaakt. ‘Wat voor gevoel geeft het dat je dit binnenkort allemaal niet meer kunt zien?’, wilde ik weten. Ze haalde haar schouders op. ‘Ach’, zei ze. ‘Ik ben 83, heb in mijn leven genoeg gezien, genoeg genoten.’
Ze vertelde hoe ze haar uitvaart voor zich zag: sober, meteen de kist in, zo snel mogelijk naar het crematorium, geen plechtigheid, hooguit een informeel samenzijn met wat vrienden op de dag voor haar dood. Kinderen hadden ze niet, familie nauwelijks. Een vriend zou mijn contactpersoon worden.
Het duurde vervolgens een hele tijd voordat ik weer iets van haar hoorde. Januari ging voorbij, februari, maart… ‘Ze zal toch nog wel op tijd zijn?’ schoot het regelmatig door mijn hoofd. Want als Alzheimer ineens grote stappen zet, is het met de wils- en handelsbekwaamheid snel gedaan en zit er niets anders op dan de rit uit te zitten.
Wie dat niet wil, moet op tijd beslissingen nemen, deze vastleggen én… knopen door durven hakken als het zover is. Het saillante is dat Alzheimer er vaak in sluimert zonder dat de omgeving – en jijzelf dan al helemaal niet meer – het doorheeft. Of dat er toch te lang wordt gewacht… Ik heb kinderen zien huilen bij hun doodzieke demente ouders, die met een heldere geest waarschijnlijk wel euthanasie hadden gekregen, maar met een troebel hoofd niet meer…
Eind april kwam er eindelijk een geschikt woonzorgappartement vrij voor de echtgenoot van Liz en schoof ik nog één keer met haar om de tafel om de laatste puntjes op de i te zetten. Ze was klaar voor haar laatste reis, verzekerde ze me. Dapper? ‘Welnee. Gewoon weten wat je wilt. En vooral: weten wat je niet wilt….’
Bij het afscheid omhelsde ze me, bedankt me voor de hulp en gaf me nog een takje van de kamperfoelie, die bij de voordeur stond te geuren en te kleuren en die ik bij aankomst volop had bewonderd. ‘Hier’, zei ze, ‘dan heb je er volgend jaar misschien ook een in je tuin. Kun je nog eens aan me denken….’
Liz is niet meer. 25 januari werd uiteindelijk 27 mei.
Het stekje heeft het helaas niet gehaald. Het is samen met Liz ‘gehemeld’. Maar aan haar denken doe ik nog iedere keer als ik haar huis passeer, waarin inmiddels alweer een paar maanden andere mensen wonen. En dan hoor ik weer haar woorden: ‘gewoon weten wat je wilt én wat je niet wilt.’ Ik hoop dat ik dezelfde moed heb, mocht ik ooit in dezelfde omstandigheden terecht komen.










Comments