top of page

Blog

Zachte muziek


Ooit heb ik me voorgenomen om nooit meer naar dode mensen te gaan kijken. Ik wilde ze onthouden zoals ze bij leven waren, energiek, met een blos op de wangen, bewegend… Dat gebeurde nadat ik mijn oma in de kist had zien liggen. Mijn oma? Ze leek er niet meer op. Wat ik zag was een geraamte, waar nog een dun laagje verrimpelde huid omheen zat. Ze was toen drie dagen dood en opgebaard in een niet gekoelde ruimte. Het lukte me niet om dat beeld uit mijn hoofd te krijgen. Dát wil ik nooit meer zien, besloot ik. Meer dan twintig jaar hield ik het vol. Totdat de dochter van vrienden plotseling overleed. Negentien jaar jong nog maar. ‘Ik hoef haar niet te zien’, zei ik tegen mijn man, toen we op weg waren om onze steun te betuigen. Maar we kwamen binnen en werden door de vader meteen mee naar boven getroond. ‘Ze ligt toch zo mooi op haar bed…’ Ik durfde niet zeggen dat ik liever niet meeging… Wat ik zag is me óók bijgebleven. Daar lag ze op haar eigen bed, op een koelplaat. Er brandden kaarsjes in haar kamer en er was zachte muziek te horen. Ik vond het mooi. Later vertelde de vader dat hij tijdens die laatste dagen heel vaak bij haar was gaan zitten, ook ’s nachts, haar hand had vastgepakt en zo helemaal op zijn eigen manier afscheid had genomen. Toen mijn moeder vorig jaar overleed, hoefden we niet lang na te denken over de vraag waar ze moest worden opgebaard. Op haar eigen bed natuurlijk, op de plek waar ze zich de laatste weken het meest op haar gemak had gevoeld. Tussen de foto’s van haar geliefden. Zo gebeurde het ook. Mijn vader had een stoel bij het bed gezet, waar hij soms urenlang op zat, ook in de donkere uren, als de slaap niet wilde komen. Hij hoefde er het huis niet voor uit, hoefde zich er niet speciaal voor om te kleden, had geen pottenkijkers om zich heen, hoefde zich voor niemand in te houden. Het was mooi. Nu ik al een paar keer bij een uitvaart heb mogen assisteren, merk ik dat thuis opbaren voor veel mensen nog een stap te ver is. Ze vinden het eng, hebben liever geen dode in huis, durven er al helemaal niet de nacht mee door te brengen. Ze kiezen voor een mortuarium met vaste bezoektijden, waar overledenen – met anderen - in koelruimten gaan. Of ze laten hun geliefde naar een afscheidshuis brengen. Die zijn weliswaar vaak 24 uur per etmaal open, maar je moet er wél de deur voor uit. Ze zijn bovendien niet goedkoop.. Niet om die reden, maar wel om de overledene in zijn eigen, vertrouwde omgeving te laten en de naasten de gelegenheid te geven om op eigen wijze, op welk moment dan ook, bij die overledene te zijn, wil ik daar zeker op gaan wijzen. Promoten zelfs. Veertig jaar geleden gebeurde het niet anders. Bang voor een geraamte met een verrimpeld velletje eroverheen? De koeltechnieken van tegenwoordig kunnen dat voor een groot deel voorkomen. Kaarsje erbij, zacht muziekje op de achtergrond en het wordt een mooie herinnering die helpt bij de verwerking.

!doctype

Eerdere blogs
Archief
Volg mij
  • Grey Facebook Icon
  • Grey Twitter Icon
bottom of page